De heilige van de Wonderdadige Medaille

De Wonderdadige Medaille

Leven
Op 2 mei 1806 werd Catharina geboren in Fain-les-Moutiers als achtste van tien kinderen in een welvarend boerengezin. Catharina, met de roepnaam Zoé, verloor haar moeder toen ze 9 jaar was. Wenend klom het meisje op een stoel om het beeld van Maria te omhelzen en ze zei tot Haar: ‘Vanaf nu zult u mijn moeder zijn.’

Toen Catharina 12 jaar was, kreeg zij de zorg voor het gezin en de huishouding, waardoor zij niet naar school kon. Ze deed haar werk met kalmte, wijsheid en grote zorgvuldigheid. Ze ging vaak naar de H. Mis en de aanbidding.

Op een nacht had ze een droom: Ze was in de kerk en bij de uitgang, keek een oude priester haar aan en zei: ‘Meisje, het is goed voor zieken te zorgen. Op een dag zul je naar mij komen. God heeft plannen met jou, vergeet dat niet.’
Het bleek de heilige Vincentius a Paulo te zijn, de stichter van de Congregatie der Missie en van de Congregatie van de Zusters van Liefde. In 1830 trad zij in bij die congregatie, nadat haar vader met grote tegenzin eindelijk daarin had toegestemd. Na drie maanden postulaat werd zij overgeplaatst naar het huis aan de Rue du Bac in Parijs, waar zij met liefde voor de armen en zieken zorgde.

Zij ontving buitengewone genaden: Jezus vertoonde zich aan haar in het Heilig Sacrament tijdens de Mis (behalve als zij twijfelde); het Hart van de H. Vincentius a Paulo verscheen aan haar; ze voorvoelde de op handen zijnde Revolutie in Frankrijk. Ze vertelde alles aan haar biechtvader, die haar niet geloofde.

In de nacht van 18 op 19 juli in 1830, werd Catharina gewekt door een klein kind, gekleed in het wit, dat haar naar de kapel bracht. In de kapel brandden alle kaarsen en de H. Maagd verscheen, knielde neer voor het tabernakel en ging op een stoel zitten.

Catharina haastte zich naar haar toe, en neerknielend bij haar legde ze haar handen op de schoot van de H. Maagd. Maria sprak twee uur lang met haar.

Zij vertelde dat God voor Catharina een opdracht had, die moeilijk zou zijn; dat er in Frankrijk vele rampen zouden gebeuren, maar dat er vele genaden zouden worden uitgestort over ieder die aan de voet van dit altaar kwam bidden. Maria beloofde haar te helpen en ook de beide congregaties zouden beschermd worden. Na de verschijning bracht het kind Catharina weer terug naar haar kamer. Haar biechtvader vond alles verbeelding en zinsbedrog.

Daarna, op 27 november, verscheen aan Catharina tijdens het avondgebed een afbeelding van de Wonderdadige Medaille, met de belofte van het verkrijgen van een aflaat en de bescherming van Maria. Catharina ontving hierbij de opdracht om deze medaille te laten slaan en te verspreiden. Haar biechtvader echter geloofde haar niet en sprak haar streng toe.

In december daarna verscheen Maria voor een derde maal, nu met schitterende edelstenen aan haar vingers, van waaruit lichtstralen op aarde schenen. Uit sommige edelstenen kwamen geen stralen, want die stellen de genaden voor die de mensen vergeten te vragen aan Maria. Maria zei haar ook dat ze niet meer zou verschijnen, maar dat Catharina haar nog wel innerlijk zou horen.

In januari 1831 werd Catharina ingekleed en overgeplaatst naar het klooster van Enghien (bij Parijs), waar ze de zorg kreeg voor de kippen, de tuin, de duiven en de koeien.
De innerlijke stem drong er bij haar op aan dat de medaille zou worden geslagen. Deze keer overlegde haar biechtvader met een collega en met de bisschop, die geen enkel bezwaar had en de medaille liet maken.

Al meteen na de eerste levering gebeurden er talrijke wonderen mee, zodat de medaille ‘wonderdadig’ werd genoemd.

De nederige Catharina bleef gedurende haar hele leven onbekend. Zij werkte in de tuin, de keuken, de linnenkamer en als portierster, waarbij ze de armen liefdevol ontving en ze verzorgde de oude mannen.

Maria had haar ook gevraagd om een beeld van Haar met de wereldbol in Haar handen in de kapel te plaatsen. Aan het eind van haar leven, toen Catharina op ingeving van haar innerlijke stem hierover met haar Overste sprak, werd ook deze wens ingewilligd.

Het ongeschonden lichaam van Catharina Labouré

Op 31 december 1876 is Catharina rustig ingeslapen. Haar relieken (haar lichaam is nog intact) bevinden zich in de kerk in de Rue du Bac te Parijs. Daar wordt ook de stoel getoond waarop Maria in 1830 had gezeten. Haar biechtvader J. Aladel heeft haar visioenen beschreven.

In 1947 werd zij heilig verklaard. Haar liturgische feestdag is 28 november. (Het Feest van O.L. Vrouw van de Wonderdadige Medaille wordt gevierd op 27 november.)

De kapel van O.L. Vrouw van de Wonderdadige Medaille te Parijs

Spiritualiteit
Catharina wijdde zich aan Maria toe en nam Haar als haar Moeder aan. Catharina aanvaardde alles wat haar overkwam en tegenslag en moeilijkheden bracht zij in gebed bij de Heer. Zij was gehoorzaam, nederig en bescheiden. Vol liefde zorgde zij voor armen en zieken. ‘Wanneer de Heilige Maagd ons iets te lijden bezorgt, verleent ze ons juist een gunst’, zei Catharina. Zij beleefde de H. Mis intens en zij bad met heel haar hart.

Verschijning van de Wonderdadige Medaille
Op 27 november, tijdens het avondgebed, zag Catharina een tableau waarop Maria stond afgebeeld met uit haar handen stralen lichtbundels. Daarbij hoorde zij zeggen: ‘Deze lichtbundels zijn het symbool van de genaden die Maria voor de mensen verkrijgt.’ Rondom het tableau zag zij in gouden letters geschreven: ‘O, Maria, zonder zonden ontvangen, bid voor ons die onze toevlucht tot u nemen’.
Op de achterkant van het tableau verschenen de letter M, initiaal van Maria met daarboven een kruis en onderaan de heilige Harten van Jezus en Maria. De stem voegde er duidelijk aan toe: ‘Laat een medaille slaan naar dit model. De personen die haar zullen dragen zullen een aflaat ontvangen en zij die die korte aanroeping uitspreken met vroomheid, zullen heel in het bijzonder de bescherming van de Moeder Gods genieten’.

GEBED op de Wonderdadige Medaille:
O, Maria, zonder zonden ontvangen, bid voor ons die onze toevlucht tot u nemen.