Pastoor Pas heeft vanaf 1962 dit gebed na ieder H. Mis gebeden en deze traditie zetten wij nog steeds voort. Is het bidden van de krachtige gebed niet een van de redenen waarom de Apostelkerk nog steeds bestaat en een bidplaats is voor vele parochianen in en buiten Beverwijk?
Heilige aartsengel Michaël,
verdedig ons in de strijd; wees onze bescherming
tegen de boosheid en de listen van de duivel.
Wij smeken ootmoedig dat God hem zijn macht doet gevoelen.
En gij, vorst van de hemelse legerscharen,
drijf Satan en de andere boze geesten,
die tot verderf van zielen over de wereld rondgaan,
door de goddelijke kracht in de hel terug. Amen.
De eerste keer dat Michaël in de heilige Schrift wordt genoemd, is in het boek Daniël.
“In die tijd zal de grote vorst Michaël opstaan om de kinderen van je volk te beschermen. Want het zal een tijd van nood zijn, zoals er eerder nog geen is geweest zolang er volkeren zijn” (Dan. 12.1).
Dat deze tijd is aangebroken, wordt bevestigd door wat de grote mariale paus Leo XIII (1810-1903) ruim 2400 jaar later meemaakte. Want op 13 oktober 1884, op de dag af 33 jaar voor het zonnewonder in Fatima, kreeg de anders zo nuchtere Heilige Vader een visioen dat hij aan zijn biechtvader toevertrouwde, die dat vervolgens als geestelijke nalatenschap doorgaf aan kardinaal Pietro Boëtto, die het visioen na de Tweede Wereldoorlog openbaar maakte.
Deze bovennatuurlijke gewaarwording vond plaats nadat paus Leo XIII de heilige Mis had gevierd en als dankzegging een volgende heilige Mis bijwoonde. Plotseling zag hij een gebeurtenis, die alleen hij leek te zien. Zijn gezicht verried ontsteltenis en verbazing en hij werd lijkbleek. Aansluitend stond hij op, ging rechtstreeks naar zijn werkkamer en schreef daar het gebed: “Heilige aartsengel Michaël, verdedig ons in de strijd”. Wat had de paus gezien?
Hij zag de aarde als een granaatappel openspringen. Uit de eindeloos diepe spleet stegen demonen op, die de hele aarde overspoelden, en overal dwaling, oproer, oorlog en revolutie veroorzaakten. Een wazige nevel van ongekende omvang spreidde zich uit over de hele aarde en er vielen zoveel doden dat de aarde met bloed doordrenkt was.
Op dat ogenblik zag hij hoe een leger van demonen de Kerk bestormde, gesymboliseerd door de Sint-Pietersbasiliek. De kerk schudde dermate op haar grondvesten, dat zij ogenschijnlijk op het punt stond in te storten. En op dat ogenblik riep de Heilige Vader uit: ”Maar is de Kerk dan niet meer te redden?”. Toen zag hij de aartsengel Michaël uit de hemel afdalen, hoe deze begon te strijden tegen de demonen en ze versloeg. De demonen trokken zich in de bodemloze spleet van de aarde terug, die zich vervolgens sloot. Het bloed werd door de aarde opgenomen, de dichte nevel verdween, maakte plaats voor een stralende dag. Toen klonk een stem: ”Dit alles zal onder het pontificaat van een volgende paus aanvangen – en Rusland zal er de oorzaak van zijn.”
In 1886 werd een schrijven gestuurd naar alle bisdommen, waarin Paus Leo XIII verordende dit gebed na afloop van ieder heilig Misoffer op de knieën te bidden. Bij de liturgie-hervorming in 1969-1970 heeft men evenwel dit krachtige gebed niet meer overwogen.