Op 22 februari 1931 verscheen Jezus aan de H. Zr. Faustina zoals op de afbeelding hierboven, en Hij sprak tot haar
“Maak een schilderij van de voorstelling die u ziet, met het onderschrift ‘Jezus, ik vertrouw op U!’ Ik beloof dat de ziel die deze afbeelding vereert, niet verloren zal gaan. Ik beloof haar ook de overwinning op haar vijanden, reeds hier op aarde, maar vooral in het uur van haar dood. Ikzelf zal haar verdedigen als mijn eigen eer.” (I. 18)
Later zei Hij (de cijfers verwijzen naar haar dagboek):
“Ik schenk de mensen een middel waardoor zij de genaden kunnen putten aan de Bron van Barmhartigheid: dit middel is deze afbeelding met het onderschrift ‘Jezus ik vertrouw op U!” (I. 138)
“De waarde van deze afbeelding bestaat niet in haar kleurenpracht of kunstniveau, maar in Mijn genade.” (I. 134)
“De twee stralen betekenen het Bloed en het Water. De doorzichtige straal betekent het Water dat de zielen rechtvaardigt, de rode straal betekent het Bloed dat het leven is van de zielen… Deze twee stralen beschermen de zielen voor de toorn van Mijn Vader. Zalig diegene die leeft in hun licht, want de gerechtigde hand van God zal hem niet treffen.” (I. 130)
“Als u met een gelovig en berouwvol hart dit gebed tot Mij richt voor gelijk welke zondaar, verleen ik hem de genade tot bekering: ‘O Bloed en Water, die uit het Hart van Jezus stroomden als Bron van Barmhartigheid voor ons, ik vertrouw op U!’ ” (I.92-39)
Wat Jezus zegt tegen een zondige ziel:
“Waarom, Mijn kind, vreest ge de barmhartige God? Mijn heiligheid belemmert Mij niet om barmhartig te zijn. Voor u heb Ik een Troon van Barmhartigheid op aarde opgericht. Deze Troon is het Tabernakel. Vanuit deze troon verlang Ik uw hart binnen te komen. Kijk, geen enkel gevolg omringt Mij, er zijn geen wakers. Op elk moment, op elk uur van de dag kunt gij naar Mij toe komen. Ik wil met u spreken en verlang u genaden te geven.”
“Mijn barmhartigheid is groter dan uw zonden en die van de hele wereld… Voor u ben ik uit de Hemel neergedaald op aarde. Voor u heb ik Mij laten vastnagelen op het kruis. Voor u heb ik toegestaan dat Mijn allerheiligste Hart met een lans werd doorstoken om zo voor u de Bron van Barmhartigheid wijd open te zetten. Kom dus met vertrouwen en put de genaden uit deze Bron. Nooit verwerp ik een berouwvol hart. Uw ellende verdwijnt in de afgrond van Mijn barmhartigheid. Waarom zoudt ge uw ellende met Mij moeten bespreken? Doe Mij een plezier, en laat al uw zorgen en verdriet aan Mij over. Ik zal u overstelpen met de rijkdommen van Mijn genade. ” (V. 97-81)
“Hoe groter de ellende is van een ziel, hoe groter haar recht is op Mijn barmhartigheid.” (III. 50)
Het uur van barmhartigheid
“Om drie uur… verdiep je tenminste even in mijn lijden, met name in mijn grote eenzaamheid bij het sterven. Het is het uur van de grote barmhartigheid… Roep de almacht van de barmhartigheid af over de hele wereld, vooral over de arme zondaars. In dit uur staat de barmhartigheid voor elke ziel wijd open en kun je alles vragen voor jezelf en voor anderen. De barmhartigheid heeft over de gerechtigheid getriomfeerd… Daarom verlang ik van elke ziel dat zij mijn barmhartigheid prijst”. “Zeg steeds de rozenkrans of het kroontje, dat Ik u geleerd heb. Hij die hem bidt zal grote barmhartigheid ondervinden in het uur van zijn dood. Zelfs de meest verstokte zondaar zal, zelfs als hij slechts éénmaal dit kroontje bidt, genade ontvangen van mijn oneindige barmhartigheid” (Ik 129).
De rozenkrans van de Goddelijke Barmhartigheid
(wordt gebeden op een gewone rozenkrans)
Bid eerst de geloofsbelijdenis, een Onzevader en een Weesgegroet
Op de grote kralen: Eeuwige Vader, ik offer U op: het Lichaam en het Bloed, de Ziel en de Godheid van Uw welbeminde Zoon, onze Heer Jezus Christus, tot vergeving van onze zonden en die van de gehele wereld.
Op de kleine kralen: Omwille van Zijn smartelijk lijden, wees barmhartig voor ons en voor de gehele wereld.
Op het einde: Heilige God, Heilige Almachtige God, Heilige Eeuwige God, ontferm U over ons en over heel de wereld. (3x)
Jezus zei tegen de H. Zr. Faustina (uit haar dagboek):
“Zeg steeds deze rozenkrans die Ik u geleerd heb… O welke grote genaden zal Ik geven aan de zielen die dit Kroontje bidden…” (II 129)
“Ik verlang dat deze beeltenis wordt vereerd eerst in uw kapel en dan in heel de wereld. Ik beloof dat de ziel die deze afbeelding vereert niet verloren zal gaan. De huizen, ja zelfs de steden waar deze afbeelding vereerd wordt, zal Ik sparen en beschermen. (I 18)
“Smeek om drie uur Mijn Barmhartigheid af, in het bijzonder voor diegenen die in zonde leven, al is het maar even… Dit is een uur van oneindige barmhartigheid voor de hele wereld.” (IV 59)
“Schrijf dat wanneer deze Rozenkrans bij een stervende gebeden wordt, Ik Mijzelf zal plaatsen tussen de Vader en de ziel van de stervende, niet als Rechter, maar als Barmhartige Verlosser.” (V 125)
Lofprijzing van de goddelijke Barmhartigheid
Op 12 februari 1937 schrijft zuster Faustina in haar dagboek: “Gods liefde is de bloem, de barmhartigheid is de vrucht. Als een ziel twijfelt, laat haar de lofprijzingen van de goddelijke Barmhartigheid bidden en ze zal vertrouwen krijgen.”
Goddelijke Barmhartigheid, onbegrijpelijk geheim van de allerheiligste Drievuldigheid, wij vertrouwen op U.
Goddelijke Barmhartigheid, grootste eigenschap van God, wij vertrouwen op U.
Goddelijke Barmhartigheid, uitdrukking van de hoogste macht van God, wij vertrouwen op U.
Goddelijke Barmhartigheid, uit wie alle leven en geluk voortkomt, wij vertrouwen op U.
Goddelijke Barmhartigheid, bron van wonderen en geheimen, wij vertrouwen op U.
Goddelijke Barmhartigheid, het heelal omvattend, wij vertrouwen op U.
Goddelijke Barmhartigheid, die uit het Hart van Jezus stroomt, wij vertrouwen op U.
Goddelijke Barmhartigheid, die ons de Maagd Maria tot Moeder van Barmhartigheid gegeven hebt, wij vertrouwen op U.
Goddelijke Barmhartigheid, zichtbaar in het fundament en de verbreiding van de Kerk, wij vertrouwen op U.
Goddelijke Barmhartigheid, zichtbaar in het geschenk van de heilige sacramenten, wij vertrouwen op U.
Goddelijke Barmhartigheid, onuitputtelijk in de sacramenten van het doopsel en van de biecht, wij vertrouwen op U.
Goddelijke Barmhartigheid, wonderbaarlijk in het sacrament des Altaars en van het priesterschap, wij vertrouwen op U.
Goddelijke Barmhartigheid, oneindig luisterrijk in alle geheimen van het geloof, wij vertrouwen op U.
Goddelijke Barmhartigheid, die ons uit het niet tot bestaan roept, wij vertrouwen op U.
Goddelijke Barmhartigheid, die ons heel ons leven begeleidt, wij vertrouwen op U.
Goddelijke Barmhartigheid, die ons behoedt voor verdiende straffen, wij vertrouwen op U.
Goddelijke Barmhartigheid, die ons het heilig geloof geeft, wij vertrouwen op U.
Goddelijke Barmhartigheid, die ons vult met genaden, wij vertrouwen op U.
Goddelijke Barmhartigheid, die ons bevrijdt uit de ellende van de zonde, wij vertrouwen op U.
Goddelijke Barmhartigheid, die ons speciaal in het uur van de dood omhelst, wij vertrouwen op U.
Goddelijke Barmhartigheid, die ons het eeuwig leven schenkt, wij vertrouwen op U.
Goddelijke Barmhartigheid, die ons behoedt voor het vuur van de hel, wij vertrouwen op U.
Goddelijke Barmhartigheid, die de zondaars bekeert, wij vertrouwen op U.
Goddelijke Barmhartigheid, die de rechtvaardigen heiligt, wij vertrouwen op U.
Goddelijke Barmhartigheid, die de heiligen tot volmaaktheid brengt, wij vertrouwen op U.
Goddelijke Barmhartigheid, toeverlaat voor de zieken en de lijdenden, wij vertrouwen op U.
Goddelijke Barmhartigheid, toevlucht van de armen en de bedrukten, wij vertrouwen op U.
Goddelijke Barmhartigheid, hoop van de wanhopigen, wij vertrouwen op U.
Goddelijke Barmhartigheid, rust en vrede van de stervenden, wij vertrouwen op U.
Goddelijke Barmhartigheid, troost van de arme zielen in het vagevuur, wij vertrouwen op U.
Goddelijke Barmhartigheid, verrukking van alle heiligen, wij vertrouwen op U.
Laat ons bidden:
Vader van ontferming en God van alle troost, uw goedheid is grenzeloos. Wij bidden U, zie genadig op ons neer en vermeerder in ons de werkzaamheid van uw barmhartigheid, zodat wij ook in zware beproevingen niet de moed verliezen, maar ons steeds vol vertrouwen overgeven aan uw heilige Wil, door onze Heer Jezus Christus, de Koning van Barmhartigheid, die met U en de H. Geest leeft en heerst in eeuwigheid. Amen.