Het laatste avondmaal

Onze parochiekerk is vernoemd naar de HH. Twaalf Apostelen. Maar wie waren ze en wat is hun plaats in onze kerk en de liturgie?

De apostel Petrus

De apostel Petrus wordt afgebeeld met sleutel en kruis: de sleutels omdat Christus hem de sleutelmacht over het hemelrijk heeft gegeven; met een omgekeerd kruis, omdat hij op eigen verzoek met het hoofd omlaag werd gekruisigd, toen hij in het jaar 67 te Rome de marteldood stierf, op de plaats waar nu de Basiliek van Sint Pieter staat. Op 29 juni viert de kerk zijn feestdag. Hij werd aangesteld door Christus tot hoofd van de kerk: “Gij zijt Petrus en op deze steenrots zal ik mijn Kerk bouwen.
De Kerk wordt ook vergeleken met een schip, waarvan Petrus de stuurman is (rechtsboven). Na Pinksteren treedt Petrus op als Opperherder van de Kerk. Moedig verkondigt hij de leer van Christus, zodat zijn vijanden hem gevangen namen om hem te doden. Maar een engel komt hem verlossen uit de gevangenis (linksonder). Vooral is Petrus de man van groot geloof in Christus, waarvan we horen, toen hij op bevel van Christus over het water liep. Petrus werd door de storm bang, twijfelde en begon te zinken. Jezus pakte zijn hand en redde hem (rechtsonder).

De apostel Jacobus de Jongere (Minor)

De apostel Jacobus de Jongere (Minor) viert nu op 3 mei – samen met Philippus zijn feest. Hij is een neef van Jezus en lijkt sterk op hem. Hij was de zoon van Alpheus en Maria, die een zuster van “Jezus’ Moeder“ genoemd wordt. Na de hemelvaart van Christus werd hij aangesteld tot bisschop van Jeruzalem (links boven). Op de bijeenkomst van de apostelen te Jeruzalem volgde hij de uitspraak van de H. Petrus en hield een toespraak, waarin hij de roeping van de heidenen bewees (rechtsboven). Zijn heiligheid stond in zo’n hoog aanzien dat de mensen als om strijd de zoom van zijn kleed wilden aanraken (linksonder). Toen hij zesennegentig jaar oud was in het jaar 62 werd hij gestenigd om zijn vurige prediking, daarna van het dak van de tempel af gegooid en tenslotte met een stok doodgeslagen (rechtsonder). Daarom staat hij ook afgebeeld met zo’n stok, een soort knots, die bij de wolbewerking werd gebruikt; en omdat hij ook onder de ingeving van God een brief heeft geschreven, staat hij ook afgebeeld met een schrijfrol!

De apostel Johannes

Johannes is de leerling die Jezus liefhad en die bij het Laatste Avondmaal bij hem mocht aanliggen (linksboven). Hij was de enige apostel die met de H. Maagd Maria op Calvarië bij het kruis van Jezus stond. Daar zei Jezus tot hem: “Zoon, ziedaar uw Moeder” (rechtsboven). Tijdens een kerkvervolging werd hij door de beulen in een vat kokende olie geworpen, maar door een wonder van God bleef hij ongedeerd (linksonder). Daarna werd hij verbannen naar het eiland Patmos, waar hij onder goddelijke ingeving de Apocalyps schreef, het “Boek der Openbaring” (rechtsonder). Ook schreef hij een van de vier evangelies en drie brieven. Daarom staat hij afgebeeld met een schrijfpen en een papierrol. Zijn uiterlijk is jeugdig, soms wordt hij als evangelist met een adelaar afgebeeld, soms ook met een kelk waaruit een slang komt. Rond het jaar 100 is de apostel van de liefde, waarover hij vaak spreekt, gestorven op hoge leeftijd. Zijn feestdag is 27 december.

De apostel Andreas


De apostel Andreas behoorde met zijn broer de H. Petrus tot de eerste leerlingen, die Jezus uitkoos als zijn apostelen (links-boven). Na het pinksterfeest trok hij naar verre landen om het evangelie te verkondigen. In Griekenland, Achaia, berispte hij de proconsul Aegeas, toen deze weerstand bood aan zijn prediking (rechtsboven). Aegeas was hierover zeer woedend en gebood Andreas – onder bedreiging met de dood – aan de afgoden te offeren. De apostel weigerde (links-onder). Toen liet de proconsul de apostel aan een kruis slaan. Twee dagen hing de martelaar levend aan dit kruis, maar bleef ook nu nog het geloof in Christus verkondigen (rechtsonder). Hij stierf in het jaar 69. We zien de heilige afgebeeld met een aparte vorm dat naar hem, het Andreaskruis genoemd wordt.
Zijn feest wordt gevierd op 30 november.

De apostel Philippus

De apostel Philippus (niet te verwarren met de diaken in Handelingen 6) was geboren in Bethsaïda en behoort tot degenen die het eerst geroepen zijn: hij zelf bracht Nathanaël of Bartholomeüs bij Christus (linksboven). Bij de wonderbare broodvermenigvuldiging bracht hij samen met Andreas de aanwezige broden en vissen bij Jezus, die ze door zijn zegenmacht onder hun handen vermenigvuldigde (rechtsboven). Na het pinksterfeest trok hij naar verre landen om het evangelie te verkondigen. Toen hij tenslotte in de stad Hiërapolis in Phrygië (Klein-Azië) gekomen was, werd hij om zijn moedige prediking omstreeks het jaar 81 aan het kruis gehecht (linksonder) en onder stenen bedolven. Er wordt verhaald dat hij na zijn dood samen met de apostel Johannes in het jaar 394 verscheen aan keizer Theodosius en hem de overwinning voorspelde (rechtsonder). Hij wordt afgebeeld met een kruisstaf, omdat hij volgens een legende met het kruis in de hand grote wonderen had verricht, waaronder het opwekken van gestorvenen. Ook zien we hem met een zwaard of lans.
Zijn feestdag is samen met Jacobus de Jongere op 3 mei.

De apostel Bartholomeüs

Over de apostel Bartholomeüs, die ook Nathanaël genoemd wordt, lezen we dat Christus van hem getuigde bij zijn roeping tot apostel: “Ziedaar een Israëliet, in wie geen bedrog gevonden wordt” (linksboven) Na de hemelvaart van Christus trok hij naar India en Armenië om het evangelie te verkondigen. Volgens een legende heeft hij een dochter van de koning die bezeten was van de duivel, op wonderbare wijze bevrijd (rechtsboven). Hij bleef onverschrokken voor de koning het evangelie van Christus verkondigen (linksonder). Tenslotte werd hij door zijn vijanden gevangen genomen en in het jaar 71 op wrede wijze gemarteld: op een kruis gebonden werd hij levend gevild (rechtsonder). Daarom staat hij afgebeeld met een afgestroopte huid op zijn arm en een mes in de hand.
Zijn feestdag is 24 augustus.

De apostel en evangelist Mattheüs

De feestdag van de heilige apostel en evangelist Mattheüs valt op
21 september. Zijn oorspronkelijke naam is Levi, hij is de bekende tollenaar uit het evangelie.
Toen Jezus langs zijn tolhuis kwam, zei hij tot Levi: “Volg mij!”. Direct liet hij alles achter en volgde Jezus, zoals we links boven zien.
Na Pinksteren trok Mattheüs de wereld in om het evangelie te verkondigen. Zijn prediking werd door God door wonderen bekrachtigd: zo heeft hij (rechtsboven) een gestorven meisje tot leven opgewekt. Ook wordt verhaald hoe hij in het land waar hij predikte, de koning en diens hele gezin doopte (linksonder).
We weten dat deze heilige apostel in de tweede helft van de eerste eeuw door zijn vervolgers gedood werd, terwijl hij de H. Mis opdroeg aan het altaar (rechtsonder). Vandaar dat hij wordt afgebeeld met een zg. hellebaard, terwijl hij in zijn hand het evangelieboek draagt, dat hij zelf heeft geschreven.
Ook afgebeeld met zwaard, geldbuidel, of weegschaal.

De apostel Thomas

Van de apostel Thomas vertelt de bijbel, dat hij in het begin wel vurig was, maar soms ogenblikken van twijfel had. Bij het Laatste Avondmaal voorspelde Jezus dat hij spoedig naar het huis van Zijn Vader zou gaan, maar Thomas was nog niet tevreden en wilde weten waar dat “huis van de Vader” was (linksonder). Na de Verrijzenis twijfelde hij eerst ook aan het verhaal van zijn mede-apostelen, maar toen Christus hem enige tijd later verscheen en Zijn wonden toonde, riep hij vol geloof uit: “Mijn Heer en mijn God! “ (linksboven). Toch bleek zijn vurig geloof uit het feit dat hij zich bij de dood van Lazarus bereid verklaarde met Christus te willen sterven (rechts-boven). En inderdaad is de H. Thomas later voor Christus gestorven: want toen hij in India het evangelie predikte, stierf hij daar in de tweede helft van de eerste eeuw de marteldood, doorboord met pijlen of een lans (rechtsonder). Hij wordt daarom afgebeeld met een lans of pijl in de hand, soms ook met een winkelhaak, omdat hij volgens de legende door de koning was uitgenodigd een paleis voor hem te bouwen. De H. Thomas heeft door zijn prediking in de zielen een geestelijk paleis gebouwd.
Zijn feestdag is nu 3 juli (voorheen 21 december).

De apostel Jacobus de Meerdere, met de bijnaam Boanerges “Donderzoon”), is de zoon van Zebedeüs. Volgens de overlevering predikte hij tot in Spanje, Engeland en Ierland het evangelie.
Hij is vooral bekend om Santiago de Compostella, waar al vele eeuwen mensen pelgrimeren naar zijn graf. Als bewijs van hun pelgrimstocht namen ze een Jacobsschelp mee, als teken van de onschendbaarheid die ze door hun pelgrimsreis verkregen. Ook in onze tijd ondernemen velen de tocht te voet naar Santiago in het noorden van Spanje.
Op de afbeelding zien we Jacobus met de pelgrimshoed, waarop de schelp, en de staf in de hand.
In de Handelingen van de Apostelen (12,2) wordt vermeld dat hij op bevel van koning Herodes Agrippa met een zwaard ter dood werd gebracht, rond het jaar 44 na Christus.
Hij wordt ook afgebeeld met als attributen: zwaard, of Jacobsschelp (“Shell-symbool”), de pelgrimshoed en –staf, knapzak, veldfles.

De apostel Judas Thaddeüs

Judas Thaddeüs, die vooral niet moet worden verward met Judas Iskarioth, de verrader van Jezus, wordt ook wel Judas Lebbeüs genoemd en is een broer van Jacobus de Mindere, dus een bloedverwant van Jezus. We lezen over hem in het Johannes-evangelie, dat hij tot Christus, die aan Zijn leerlingen de openbaring van zijn heerlijkheid toezegde, de vraag richtte, waarom Hij die niet aan de gehele wereld zou openbaren. Christus maakte hem echter duidelijk, dat die openbaring alleen innerlijk zal zijn voor degenen die Hem liefhebben (linksboven). Later schreef Judas een korte en opvallende brief tegen de dwaalleraren van die tijd en een schitterende verdediging van het evangelie van Christus (rechtsboven). De heilige apostel Judas Thaddeüs bleek een onverschrokken prediker van de waarheid. Toen hij gevangen genomen werd en onder bedreiging met de dood voor de afgodsbeelden werd gebracht om te offeren, vielen deze beelden op zijn gebed in stukken (linksonder). Men heeft hem toen op wrede wijze gemarteld: daarom wordt hij met een knuppel afgebeeld. Hij stierf in de 2e helft van de 1e eeuw een glorievolle marteldood (rechtsonder). Zijn feestdag is op 28 oktober samen met Simon de IJveraar.

De apostel Simon de Ijveraar

Simon de IJveraar, is ook bekend onder de naam Channaneüs, of de Zeloot, wat de ijveraar betekent. Hij is een van de minder bekende apostelen. Hij behoorde waarschijnlijk tot een politieke groepering onder de Joden die de Romeinen desnoods met geweld het land uit wilde hebben. Hij is een van de twaalf apostelen die door Jezus zelf is uitgekozen (Markus, 3,13-19). Na het gedeelte in de Handelingen van de Apostelen, waarin de nederdaling van de Heilige Geest over de apostelen met Pinksteren wordt verhaald, komt zijn naam in het Nieuwe Testament niet meer voor.
Hij zou na Hemelvaart eerst naar Egypte zijn gegaan om daar het evangelie te verkondigen. Vandaar reisde hij met Judas Thaddeüs naar Perzië. Ze doopten daar meer dan 60.000 mensen, kinderen niet meegeteld. Onder de dopelingen was ook een koning. Ze ondervonden tegenwerking van twee tovenaars die nog door Mattheüs uit Ethiopië waren verdreven. In de stad Suanir zetten de twee tovenaars de 70 afgodspriesters op om de beide apostelen te dwingen een offer te brengen aan de heidense goden in de zonnetempel: de apostelen baden en bevalen de boze geesten te voorschijn te komen uit de beelden. De duivels kwamen als twee zwarte Moren naar buiten en braken de beelden in stukken. De afgodspriesters doodden nu de apostelen waarbij Simon in stukken werd gezaagd. Een bliksemstraal bij heldere hemel brak de tempel in drie stukken en de tovenaars verkoolden. Ter ere van de apostelen liet de koning in de hoofdstad een prachtige kerk bouwen.
Feestdag 28 oktober, samen met Judas Thaddeüs. Hij wordt afgebeeld met een zaag, soms ook met een kruis.

De apostel Matthias

De apostel Matthias is laat geroepen, misschien behoorde hij al bij de 72 leerlingen die Jezus twee aan twee uitzond om Zijn komst en prediking in verschillende plaatsen voor te bereiden (linksboven). Op grond van een plaats in de Handelingen van de Apostelen (1,22) neemt men aan, dat Matthias al vóór zijn roeping tot apostel getuige is geweest van het doopsel van Jezus in de Jordaan door Johannes de Doper (rechtsboven). Pas na de hemelvaart van Jezus werd hij door het lot aangewezen om de opengevallen plaats van de verrader Judas Iskarioth in te nemen; vanaf dat ogenblik begint zijn werk als apostel (linksonder).
Nadat de H. Geest op het pinksterfeest over de apostelen is neergedaald, vertrekt hij om het evangelie van Jezus vol moed te gaan verkondigen. Hij moest zijn liefde voor Jezus met de dood bekopen.
Want omstreeks het jaar 64 stierf hij de marteldood; volgens sommigen werd hij met een bijl gedood tijdens het vieren van de H. Mis (rechtsonder). Daarom wordt hij met een bijl voorgesteld.
Zijn feestdag is nu op 14 mei (voorheen 14 februari).

De apostel Paulus


De H. Paulus wordt meestal samen met de apostel Petrus genoemd. Hij noemde zichzelf een apostel, hoewel hij Jezus tijdens diens leven op aarde niet heeft ontmoet. Hij wordt vaak als 13e apostel gerekend.
Hij was van afkomst een Jood, maar door geboorte een Romeins burger.
Aanvankelijk bestreed hij als joodse rabbi, zoals hij hier afgebeeld wordt, zeer fel de Christenen. Op wonderbaarlijke wijze kwam hij tot bekering (Handelingen9,1-18), zijn naam Saul veranderde toen in Paulus (“klein, gering”).
Daarna predikte hij het evangelie in grote delen van de toenmaals bekende wereld en schreef vele brieven over het geloof aan de diverse christengemeenten, die hij bezocht had. Hij heeft de titel: “leraar van de heidenen”.
In Rome werd hij onder Keizer Nero gelijk met Petrus ter dood gebracht, maar omdat hij door geboorte onder het Romeinse recht viel werd hij niet gekruisigd, maar met een zwaard onthoofd.
Zijn feest is 29 juni, samen met de H. Petrus.