Op 7 oktober is het de feestdag van Onze Lieve Vrouwe van de Rozenkrans. Dit feest is ingesteld naar aanleiding van de zeeslag bij Lepanto op die dag in 1571, dit jaar 450 jaar geleden. Hiermee wordt de tussenkomst van Maria aan de zijde van het Christendom in de strijd door het rozenkransgebed herdacht.
De Katholieke kerk bevond zich in het midden van de 16de eeuw in een netelige positie. De grote godsdienstoorlogen tussen Protestanten en Katholieken, waaronder de Nederlandse opstand tegen Filips II van Spanje, begonnen Europa uiteen te scheuren. Het Ottomaanse of Turkse Rijk was in de aanval en had grote delen van zuidoost Europa veroverd.
De verdeelde Christelijke koninkrijken konden slechts zwakke tegenstand bieden tegen de Ottomaanse sultans, die een heilige oorlog voor de Islam hadden uitgeroepen tegen de kerk. In de Middellandse Zee was de sterke Turkse vloot in opmars om Rome zelf te kunnen bedreigen. Als onderdeel hiervan belegerden zij in 1570 het eiland Cyprus, dat tot de Venetiaanse Republiek behoorde.
Om aan deze vijand het hoofd te bieden riep paus Pius V in 1571 de Heilige Liga bijeen, een verbond van Italiaanse stadstaten en Spanje die een gecombineerde vloot leverden om aan de Ottomanen het hoofd te bieden.
Onder leiding van de Spaanse prins Don Juan, die door de Paus zelf was aangesteld, voer deze vloot in augustus van dat jaar uit.
De paus was zich bewust van het grote belang van de komende slag en dat de sterke Ottomaanse vloot in het voordeel was. Daarom riep hij alle Katholieken op om de rozenkrans te bidden voor de overwinning, waaraan overal in Europa gehoor werd gegeven. Ook op de vloot stelden de soldaten hun hoop op het gebed, zoals de Genuese admiraal Andrea Doria die een schilderij van de Maagd van Guadeloupe in zijn kajuit hield. Terwijl de paus en de kerk baden, kwam de Christelijke vloot op 7 oktober in contact met de vijand bij Lepanto, aan de Griekse westkust.
Aan het begin van de slag, terwijl de vloten op elkaar toevoeren, waaide de wind in het gezicht van de Christelijke vloot, waardoor de Christelijke slaglinie tijdelijk in verwarring werd gebracht. Maar plotseling draaide de wind en blies de schepen voort, waardoor zij op hun plaats kwamen tegenover de Turkse vloot. Deze werd toen op hun beurt door de gedraaide wind gehinderd; volgens de Christelijke soldaten kwam hiermee Maria aan hun zijde tussenbeide. De zeeslag duurde vier uur, waarin veel schepen geënterd werden en er strijd werd geleverd als op land. Hierbij hadden de Christenen het voordeel van grotere vuurkracht doordat hun schepen meer kanonnen hadden, maar de Ottomanen hadden meer en ervarener zeesoldaten en schepen. Toch wisten de galeien van de Heilige Liga de vijandelijke slaglinie te doorbreken en veel Turkse schepen te veroveren. Op het uur van de overwinning stond de paus in Rome opeens op en riep uit tegen alle aanwezigen: “Laten we God danken, want onze vloot heeft een grote overwinning behaald!”
Dat was het inderdaad: de Ottomaanse vloot was vernietigd en hun opmars in de Middellandse zee was definitief een halt toegeroepen. Dankzij het gebed van de rozenkrans door de gelovigen en de soldaten was deze bedreiging voor het Christendom verslagen. Om dit te gedenken stelde de paus hierop het feest van Onze Lieve Vrouwe van de Rozenkrans in.